Page 12 - TWIST_2021_kwartaal_1
P. 12
TWIST eMagazine - 12 - maart 2021
vervolg BEZOEK©
de doorgaans drukke Antwerpse ring. Zich niets Agapianen.
aantrekkend van de snelheidscamera’s vlamt hij ‘Mam!’ Hij kijkt verwilderd om zich heen en denkt
richting E313 die op enkele vrachtwagens na koortsachtig na waar zijn moeder kan zitten. In de
zo goed als leeg is. Plankgas stuift hij over de tuin, de kelder? Een van hen vraagt, zonder zijn
snelweg, honderdzestig kilometer per uur. Soms mond te openen: ‘Een kelder, wat is dat?’
ziet hij eivormige koetsjes in de verte, steeds De dringende boodschap van de tv flitst door zijn
bevolkt door twee creaturen. Wanneer hij bij het hoofd. Een liedje, hij moet denken aan een liedje.
verkeersknooppunt Lummen komt en snelheid moet Met opeengeklemde lippen begint hij gejaagd Ik zag
minderen, komt een ei naast hem glijden. De twee twee beren broodjes smeren te neuriën. Tussendoor
Agapianen kijken hem verwonderd aan. Bent kijkt roept hij om zijn moeder.
strak voor zich uit en eenmaal op de E314, haalt ‘Mam, má!’
hij alles uit zijn auto. Het ei blijft doodgemoede- Oh dat was een wonder
reerd naast hem hangen. Af en toe kijken de wezens Hij rent door de keuken naar buiten, de tuin in.
elkaar aan om dan weer met volle aandacht Bent te ‘Mama!’
bekijken. Die krijgt het vreselijk op zijn heupen en ’t was een wonder, boven wonder
steekt zijn middelvinger op. Prompt krijgt hij er vier In het tuinhuis zit ze ook niet. ‘Godverdomme, ma,
terug, vergezeld van een stompzinnige glimlach op waar zit je?’
de voor de rest uitdrukkingsloze gezichten. Na een Dat die beren smeren konden
tijdje lijken ze het beu te worden en zwenken af. Vertwijfeld kijkt hij om zich heen.
Wanneer hij in As komt, net voor de weg Hihihi, hahaha, ‘k stond erbij en ik keek ernaar
spectaculair daalt, krijgt hij zicht op de uitgestrekte, In een vlaag van blinde woede pakt hij de steekspade
in de zon badende Maasvallei. Wat hij ziet, doet zijn die tegen het tuinhuis staat en stormt het huis weer
adem stokken. in.
Het wemelt er letterlijk van in de zon glinsterende Ik zag twee beren broodjes smeren
eitjes. Hier en daar, een stuk hoger, zweven In de eetkamer staan de wezens naast elkaar. Op de
grote schepen. Intussen heeft hij zeker vijf keer keukentafel ziet hij het valse gebit van zijn moeder
geprobeerd zijn moeder te bellen, hij krijgt telkens liggen. Die rode druppels op het plastic tafelkleed …
het antwoordapparaat. Er is iets mis, dat voelt hij Oh dat was een …
gewoon. Hij twijfelt bij de aanblik van de door de Acht, eng dunne ledematen slingeren zich om zijn
lucht krioelende indringers. Durft hij zich daartussen keel. Grijpgrage vingers strelen zijn haren en druk-
te wagen? Hij moet! Zijn moeder uit haar huis halen ken zijn oogballen naar god.
en mee naar Antwerpen nemen, koste wat het kost. ‘Mama,’ fluistert hij.
Eenmaal in Dilsen lijkt het rustiger dan hij dacht.
Hij ziet af en toe wel een glimmend ei, alleen zijn
ze niet zo dicht bezaaid als hij gevreesd had. Het
dorp lijkt wel uitgestorven. Onbesuisd parkeert hij
zijn auto voor zijn ouderlijk huis. De kiezelsteentjes
ketsen tegen de gevel. Zonder kloppen gaat hij naar
binnen en roept zijn moeder. Aan tafel zitten twee